top of page

Historie van de Fiat 124 Sport Spider
1966-1985

Een half jaar na de introductie van de populaire vierdeurs Fiat 124 presenteert het merk op basis van deze sedan eind 1966 de 124 Sport Spider. De Sport Spider staat op het ingekorte, achterwiel aangedreven chassis van de 124.

 

De inspiratie van Tom Tjaarda.

Voor het ontwerpen van de Spider werd het ontwerpbureau en carrosseriebouwer Pininfarina aangetrokken door Fiat. Fiat maakte veelvuldig gebruik van dit designhuis, destijds de grootste en meest gerespecteerde Italiaanse bouwer. In dienst van Pininfarina was ene Tom Tjaarda, een naam met Nederlandse roots. Tom had in 1963 een ontwerp gemaakt voor een Chevrolet Corvette, die echter door General Motors destijds niet werd goedgekeurd, omdat het niet echt meer op een Corvette leek. Er zaten nu teveel Europese invloeden in het ontwerp. Maar Fiat was wel geïnteresseerd in dit ontwerp en dit werd dan ook de basis voor de 124 Spider.

De Chevrolet kreeg de naam 'Rondine' toegevoegd en er werd op de basis van een Chevrolet Corvette Sting Ray een rijdend model gebouwd. Een prachtige uitvoering in een hele mooie blauwe kleur. Dit model is inmiddels een dure belegging, want in 2008 wisselde dit unieke exemplaar voor maar liefst 1.78 miljoen dollar van eigenaar.

Tom Tjaarda, geboren in 1934 had tot aan zijn overlijden (1 juni 2017) zijn ontwerpbureau: Tjaarda Design. Klik hier voor zijn vele auto-ontwerpen.

In november 2015 had Autovisie een interview met Tom Tjaarda. Lees hier het verslag.

Het ontwerp van de Spider

 

In hetzelfde jaar 1963 begon Tjaarda ook aan het ontwerp van de 124 Sport Spider.

De Spider werd gebaseerd op de techniek van de dan ook nog in ontwikkeling zijnde Fiat 124 Sedan.  Ook de later geïntroduceerde 124 Coupé was op het onderstel van de 124 sedan gebaseerd.

Nog voorzien van achterwielaandrijving met een starre as, kreeg de 124 Sedan wel al schijfremmen rondom. Dat was in die tijd best vooruitstrevend.

De sedan had een eenvoudige 1200 cc motor en vier versnellingen, maar zowel de Spider als de Coupé kregen bij de start in 1966 een in die tijd moderne 1.438 cc viercilinder met 90 pk. Hij was modern door de dubbele bovenliggende nokkenas, waarmee deze basis tot in de jaren werd gebruikt. Een vijfversnellingsbak is dan al standaard.

 

De Spider werd uiteindelijk gebouwd bij Pininfarina, maar de Coupé is een geheel afwijkend ontwerp geworden en werd bij Fiat zelf in productie genomen.

de Coupé werd in 1967 geïntroduceerd en de productie hiervan is na 279.000 exemplaren in 1975 gestopt. Er zijn aanzienlijk minder Coupés meer aanwezig.

De Coupé kende twee keer een modelwijziging.

De Fiat 124 Sedan schopte het zelfs tot 'Auto van het Jaar' in 1966.

Een ontwerp van de Spider Coupé, toen nog gebaseerd op de Spider.

De drie versies van de Coupé op een rij.

Links de jongste versie (de CC), in het midden de tweede versie (BC) en rechts het oorspronkelijke model, de AC.

Gebaseerd op een 14 centimeter ingekort onderstel van de Fiat 124 Sedan, kreeg de Spider ook de schijfremmen rondom mee, maar werd motorisch wel afwijkend en kreeg een versnellingsbak met vijf versnellingen.  In augustus 1966 ging de productie van start.

Het begin met type AS

De modeltypen werden in twee-letterige codes aangegeven. De productie start met AS, waarbij de "S" staat voor Spider. De AS heeft een vlakke motorkap met daarop het Fiat embleem. De grill heeft chromen lamellen. De achterlichten hebben nog geen achteruitrijlichten. De Amerikaanse versie heeft bumperrozetten.

De AS met zijn gladde motorkap en lamellengrille.

In 1969 verschijnt de tweede serie, de BS. Deze is te herkennen aan een honingraatgrille waarin het logo is opgenomen. De achterlichten worden gewijzigd en krijgen nu ook achteruitrijlampen.

 

Er kwam in 1970 ook een nieuwe motor bij (BS1),  de uit de 125 stammende 1.608 cc motor met 110 pk. Om deze sterkere motor passend te krijgen onder de motorkap, moest er voor de carburatie een verhoging worden aangebracht. Dat heeft Fiat mooi opgelost door twee zogeheten ‘powerdomes’ op de motorkap toe te voegen.

Deze motor kreeg 2 dubbele Weber carburateurs. De topsnelheid bedroeg 185 km/u.

De Amerikaanse versie had echter een aantal pk's minder om te voldoen aan de daar geldende strengere emissie-eisen.

 

Hoofdsteunen waren nu optioneel leverbaar en er kwam nu een grotere middenconsole in de Spider. De wijzerplaten werden matzwart.
     
In 1972 worden de motoren vervangen door nieuw ontwikkelde exemplaren met enkele carburateur, afkomstig uit de 132: viercilinders van 1.592 en 1.756 cc (met 108 en 118 pk). De 1.592 cc motor was geen gelukkige keuze want leverde zelfs minder pk's dan de 1.608 cc motor.

Deze was dan ook slechts één jaar in productie en is daarmee wel een zeldzaam type geworden. Er zijn slechts 10.730 Spiders met deze motor gebouwd. Beide motoren hadden één dubbele Weber carburateur.

 

De 1.756 cc motor kreeg de typemelding CS1 en werd, door de grote vraag in de Verenigde Staten, nagenoeg alleen nog maar daar geleverd. De Spider was vanaf 1974 niet meer beschikbaar in Europa.

Door de steeds strenger wordende emissie-eisen werd het vermogen van deze CS1 echter steeds verder naar beneden bijgesteld.

Kenmerkend voor de Amerikaanse versie zijn ook de grotere zwaardere bumpers en de contourlichten aan de zijkanten van de Spider. De bumpers waren voorzien van schokdempers, conform de eisen die golden in de Verenigde Staten. Ze staan daardoor wat ver van de carrosserie af en doen een beetje het oorspronkelijke ontwerp van de Spider teniet. Vergeleken met de Europeesche versies staat de Spider iets hoger op de wielen, dit ook weer vanwege de vereiste minimumhoogte van de bumpers.

Van het CS1 type zijn de meeste geproduceerd en daarom ook nog behoorlijk beschikbaar. Daarbij geholpen door het droge warme weer in Californië waar velen zijn verkocht.

De BS is herkenbaar aan het logo in de honingraatgrille. De achterlichten zijn vanaf nu uitgebreid met achteruitrijlampen.

Powerdomes op de motorkap verraden de grotere motor.

DeRijkspolitie en de Spider

Twee Spider Abarth's hebben tussen 1974 en 1977 dienst gedaan voor de AVD. Meer...

De 124 Rally uitvoering in actie.

Abarth brengt leven in de brouwerij

 

Fiat had in 1971 Abarth overgenomen en kon zich hiermee op de rallysport richten.

De CS1 motor wordt in 1972 dan ook door Carlo Abarth onder handen genomen, hetgeen resulteert in de Fiat 124 Abarth (CSA). 128 PK, sperdifferentieel, onafhankelijke achterwielophanging en ontelbare rally-successen (in speciale versies zelfs 200 PK en meer!).

1.013 exemplaren werden er in totaal gebouwd, die allen bestemd waren voor de thuismarkt en omdat er meer dan 500 gebouwd moesten worden om aan internationale rally's mee te kunnen doen, werden dus een aantal ook daadwerkelijk voor rally's ingezet.

De Abarth had geen softtop cabriodak, maar was voorzien van een afneembare polyester hardtop. De motorkap en kofferdeksel waren eveneens van polyester en zijn zwart gespoten. De bumpers waren vervangen door bumperrozetten.

De 124 Abarth was leverbaar in drie kleuren: Rood, wit en blauw.

124 Spider 2000

In 1978 wordt de Spider weer onder handen genomen, waarbij een nieuwe motor van 1.995 cc wordt geplaatst. Dit type (CS2) wordt nu 124 Spider 2000 genoemd en krijgt ook een aantal uiterlijke aanpassingen. Strakkere deurklinken en grotere achterlichten zijn aan de buitenzijde opvallend.

Er kwam ook een automaat beschikbaar van General Motors.

In 1980 werd de Spider voorzien van een Bosch I. Jetronic benzine-inspuiting. Het vermogen werd daardoor beter en de Spider was hiermee ook zuiniger.

In 1981 bestond er de mogelijkheid om met behoud van de fabrieksgarantie een turbo toe te laten voegen door de firma Legend Industry. Van dit type, voorzien van een Turbo typeplaatje zijn maar 700 stuks verkocht.

Ter gelegenheid van het 50 jarig bestaan van Pininfarina wordt er nog een speciale serie van 1.000 exemplaren gebouwd in champagnekleur. Daarna stopt Fiat met de productie van de Spider, waar de verkoop in de Verenigde Staten de laatste jaren al fors afnam.

​​Fiat wordt Pininfarina

In 1982 wordt de gehele productie overgeheveld naar Pininfarina, ook de naam wordt gewijzigd in Pininfarina Spider en de auto wordt weer leverbaar in Europa (type DS). Een nieuwe 1.995 cc motor met injectie en 105 pk zorgt voor het rijplezier.
 
De VX die in 1983 debuteert, beschikt over een supercharger die het vermogen tot 135 pk opschroeft. Van dit ultieme model werden slechts 500 exemplaren gebouwd.
 
Wanneer in 1985 de productie stopt, staat de teller op ongeveer 198.000 exemplaren, waarvan 170.000 de oversteek naar de USA hebben gemaakt.

​​Geen Spider gelijk

Het oorspronkelijke ontwerp van de Spider sprak velen aan. En nog steeds ontvangen veel Spiderbezitters complimenten voor hun auto. Door de langdurige productie met vele varianten, de beschikbare accessoires en de betaalbaarheid van de Spider, Is het leuk om te zien dat nagenoeg iedere Spider uniek is. Of het nu in kleur is, omdat hij is overgespoten, of er zijn onderdelen van een andere versie op gemonteerd, variaties te over. Amerikaanse versies worden nogal eens ontdaan van hun grote bumpers om weer mooie chromen bumpers te krijgen. Andere velgen, bagagerek achterop, teveel om op te noemen. En soms is het resultaat niet altijd even fraai. Oordeel zelf maar bij het zien van onderstaande foto's.

2016, de Fiat 124 Spider is terug!​​

(en helaas ook alweer uit productie)

 

In 2016 heeft Fiat weer een nieuwe 124 Spider op de markt gebracht, gebaseerd op de Mazda MX5. Helaas is de productie van de 124 Spider in 2019 alweer gestaakt.

 

De historie van deze Spider vind je op een andere pagina op onze website.

bottom of page